De slechtvalk
Falco peregrinus
In de vlucht is de slechtvalk te herkennen aan de grootte (doorgaans groter dan een stadsduif), aan de lange, spitse vleugels en aan de relatief korte staart, alsook aan de snelle, krachtige vleugelslag. Van dichtbij zijn de zwarte kopkap en in het bijzonder de brede zwarte baardstreep, die sterk contrasteert met de witte wangen en keel, belangrijke determinatiekenmerken. De bovenzijde is bij volwassen vogels blauwgrijs, de onderzijde is licht met donkere bandering en kleine druppelvormige vlekken op de borst. Jonge vogels hebben een grijsbruine bovenzijde en een roestkleurige onderzijde met donkere lengtestrepen. In vergelijking met de drie andere grote valken die in het West-Palearctische gebied voorkomen, namelijk giervalk, lannervalk en sakervalk, zijn de vleugels van de slechtvalk smaller, is zijn lichaam compacter en is zijn staart duidelijk korter. Aan de hand van de bandering op de onderzijde kan men de adulte slechtvalk met zekerheid van andere valkensoorten onderscheiden.
tekeningen © infografiek: Joris De Raedt – Bezoek zijn website